Filosofisch Practicus

Het principe van een ontmoeting bij de filosofisch practicus is om op toegankelijke en professionele wijze gesprekken te voeren. Hierbij gaat het om het bespreken van kwesties die je als bezoeker zelf aandraagt.

De inhoud van het gespreksonderwerp schijnt of blijkt soms minder van belang, de aandacht richt zich vooral op de manier van denken over het denken van de kwestie.
De methode is in zoverre oplossingsgericht, dat ons gesprek eindigt met een beter of nieuw geformuleerde vraag, waarmee je vervolgens aan de slag kunt gaan.

De Gildemethode

Een filosofisch practicus is een denkpedagoog. Een denkpedagoog is geen coach die zijn cliënt (in ons jargon ‘bezoeker’ genoemd) met een kwestie of met een probleem A naar de oplossing B brengt in een vooraf afgesproken behandeltraject. Het woord coach komt van een Hongaars dorpje, het woord koets is ervan afgeleid. In dat dorpje maakten ze luxe koetsen met comfort.

Wat de practicus betreft gaan we niet ergens naar toe in een of andere luxe koets, maar we blijven stilstaan bij het instrument dat jij al in je bezit hebt, namelijk jouw denken. Let op! Ik heb het over denken en niet over piekeren of associëren, fantaseren of in cirkels ronddraaien, omdat je maar niet uit je probleem denkt te komen.

Wat is denken? Hoe verhoudt jouw verhaal zich in je denken tot de werkelijkheid van dat moment? Klopt jouw verhaal of scheelt er iets aan? Wat mij interesseert is jouw manier van denken over jouw denken. Ik luister tijdens de gesprekken naar jou en probeer te begrijpen wat je zegt. Samen denken we na over het onderwerp dat jij aankaart, om zo te komen tot een nieuwe vraag.

Waar wil je over nadenken?

In de vraag zoals die hierboven is gesteld valt mij het woord “wil” op. “Willen” kan iets vrijblijvends suggereren, maar op het moment dat “willen” iets noodzakelijks wordt kan het begrip “willen” plots veranderen in het begrip “moeten”. Er kunnen onderwerpen zijn die je aan de keukentafel wilt bespreken of op een feestje en dat daarmee de kwestie is opgelost. Echter op het moment dat het “willen” niet toereikend meer is en er een noodzakelijke situatie ontstaat, kan een filosofisch praktisch gesprek een uitkomst zijn. Deze noodzakelijke situatie of dit crisismoment waarin iemand zich ernstig verstoord voelt, hoeft niet statisch te zijn, maar kan, zoals de betekenis van crisis óók is, een beslissend keerpunt zijn.